Snor

Nederlandse naam
Snor
Wetenschappelijke naam
Locustella luscinioides
Profiel
Broedvogel
EU Code
A292
Richtlijn
Vogelrichtlijn, artikel 4.2
Deze tabel laat de Vogelrichtlijngebieden zien met een instandhoudingsdoelstelling voor de Snor als broedvogel. U ziet per gebied:
  • de provincies waarin het gebied ligt;
  • de functie van het gebied (f=foerageren, s=slapen);
  • de huidige instandhoudingsdoelstelling (doel).
Meer informatie over de status, aantallen en trends vindt u op de gebiedspagina van Sovon.
Gebied Provincie Status doel Aantal broedparen Omvang leefgebied Kwaliteit leefgebied Relatieve bijdrage Kernopgaven
Alde Feanen Fryslân definitief 40 = = B1 4.12,W
Biesbosch Noord-Brabant, Zuid-Holland definitief 130 = = B2
Boezems Kinderdijk Zuid-Holland definitief 9 = = C 4.06,W
De Wieden Flevoland, Overijssel definitief 300 = = B1 4.12,W
IJsselmeer Flevoland, Fryslân, Noord-Holland definitief 40 = = B1
Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske Noord-Holland definitief 50 = = C 4.12,W
Lauwersmeer Fryslân, Groningen definitief 25 = = C
Naardermeer Noord-Holland definitief 30 = = C 4.12,W
Nieuwkoopse Plassen & De Haeck Utrecht, Zuid-Holland definitief 25 = = C 4.12,W
Oostelijke Vechtplassen Noord-Holland, Utrecht definitief 150 = = B2 4.12,SG,W
Oostvaardersplassen Flevoland definitief 680 = = A2 4.06,W
Weerribben Overijssel definitief 100 > > B1 4.12,W
Zwarte meer Flevoland, Overijssel definitief 50 > > C
Voor een overzicht van belangrijke gebieden, ook zonder instandhoudingsdoelstelling, kunt u de bouwstenen bekijken. Deze bouwstenen zijn opgesteld voor de actualisatie van het Natura 2000-doelendocument (zie bronnenlijst profiel: Sovon 2024a en b). In 2025 is een geactualiseerd overzicht van gebieden verschenen. Hierin staan (inter)nationaal belangrijke concentraties van vogels. U vindt het overzicht in het rapport ‘Geactualiseerd landelijk overzicht van vogelsoorten met concentraties van (inter)nationaal belang’ (zie bronnenlijst profiel: Vogel et al. (2024)).
habitattypen-habitattype

Code en naam van het habitattype. Een * staat voor een prioritair habitattype.

habitattypen-habitatsubtype

Naam van het subtype van het habitattype (indien van toepassing)

habitattypen-status-doel

Opgenomen in een definitief aanwijzingsbesluit, ontwerp-aanwijzingsbesluit of alleen aangemeld bij de Europese Commissie

habitattypen-oppervlakte

Instandhoudingsdoel voor oppervlakte habitattype in het gebied:

  • = behoud;
  • > uitbreiding;
  • = (<) behoud oppervlakte, maar mag achteruit gaan ten gunste van een andere in besluit met name genoemde waarde;
  • > (<) uitbreiding oppervlakte, maar mag achteruit gaan ten gunste van andere in besluit met name genoemde waarde;
habitattypen-kwaliteit

Instandhoudingsdoel voor kwaliteit van het habitattype in het gebied:

  • = behoud kwaliteit;
  • > verbetering kwaliteit
habitattypen-relatieve-bijdrage

Betekenis van het gebied, naar oppervlakte van het habitattype: oppervlakte in het onderhavige gebied uitgedrukt als percentage van de landelijke oppervlakte:

  • A4: >75%;
  • A3: 50-75%;
  • A2: 30-50%;
  • A1: 15-30%;
  • B2: 6-15%;
  • B1: 2-6%;
  • C: <2%
habitattypen-kernopgave

Zie de: kernopgaven

habitatsoorten-soort

Code en naam van de soort. Een * staat voor een prioritaire soort.

habitatsoorten-status-doel

Opgenomen in een definitief aanwijzingsbesluit, ontwerp-aanwijzingsbesluit of alleen aangemeld bij de Europese Commissie

habitatsoorten-populatie

Instandhoudingsdoelstelling voor de populatie in het gebied:

  • = Behoud populatie;
  • > Uitbreiding populatie;
  • + Vestiging populatie
habitatsoorten-omvang-leefgebied

Instandhoudingsdoel voor omvang leefgebied van de soort in het gebied:

  • = behoud;
  • > uitbreiding;
  • + ontwikkeling nieuw leefgebied;
  • = (<) behoud oppervlakte, maar mag achteruit gaan ten gunste van een andere in besluit met name genoemde waarde
habitatsoorten-kwaliteit-leefgebied

Instandhoudingsdoel voor kwaliteit leefgebied van de soort in het gebied:

  • = behoud kwaliteit leefgebied;
  • > verbetering kwaliteit leefgebied;
  • + ontwikkeling nieuw leefgebied
habitatsoorten-relatieve-bijdrage

Betekenis van het gebied, naar omvang populatie van de soort: populatie in het onderhavige gebied uitgedrukt als percentage van de landelijke populatie:

  • A4: >75%;
  • A3: 50-75%;
  • A2: 30-50%;
  • A1: 15-30%;
  • B2: 6-15%;
  • B1: 2-6%;
  • C: <2%
habitatsoorten-kernopgaven

Zie de: kernopgaven

broedvogels-soort

Code en naam van de vogelsoort waarvoor een broedgebied is aangewezen

broedvogels-status-doel

Opgenomen in een definitief aanwijzingsbesluit of ontwerp-aanwijzingsbesluit

broedvogels-aantal-broedparen

Instandhoudingsdoelstelling voor populatie in het gebied: langjarige gemiddelde van het aantal broedparen.
Een sterretje bij het aantal duidt op een regionaal doel: dit doel geldt voor meerdere gebieden. Zie het aanwijzingsbesluit voor meer toelichting.

broedvogels-omvang-leefgebied

Instandhoudingsdoel voor omvang leefgebied van de soort in het gebied:

  • = behoud;
  • > uitbreiding;
  • = (<) behoud oppervlakte, maar mag achteruit gaan ten gunste van een andere in besluit met name genoemde waarde
broedvogels-kwaliteit-leefgebied

'Instandhoudingsdoel voor kwaliteit leefgebied van de soort in het gebied:

  • = behoud kwaliteit leefgebied;
  • > verbetering kwaliteit leefgebied
broedvogels-relatieve-bijdrage

Betekenis van het gebied, naar omvang populatie van de soort: populatie in het onderhavige gebied uitgedrukt als percentage van de landelijke populatie:

A4: >75%;
A3: 50-75%;
A2: 30-50%;
A1: 15-30%;
B2: 6-15%;
B1: 2-6%;
C: <2%

broedvogels-kernopgaven

Zie de: kernopgaven

niet-broedvogels-soort

Code en naam van de vogelsoort waarvoor een overwinterings- of doortrekgebied is aangewezen

niet-broedvogels-status-doel

Opgenomen in een definitief aanwijzingsbesluit of ontwerp-aanwijzingsbesluit

niet-broedvogels-populatie

Instandhoudingsdoelstelling voor populatie in het gebied: langjarige gemiddelde van het aantal overwinterende of doortrekkende individuen

niet-broedvogels-populatie-waarde

Het aantal voor de instandhoudingsdoelstelling in de vorige kolom betreft het gemiddelde seizoensmaximum (gemiddelde van de maximale aantallen die in een periode van meerdere jaren zijn geteld, meestal in januari) of het gemiddelde seizoensgemiddelde (per jaar wordt een gemiddelde berekend over de gehele verblijfsperiode, dát wordt vervolgens gemiddeld over meerdere jaren)

niet-broedvogels-instandhoudingsdoelstelling

Toelichting van de belangrijkste functie van het gebied voor de soort: slaapplaats, rustgebied en/of foerageergebied

niet-broedvogels-omvang-leefgebied

Instandhoudingsdoel voor omvang leefgebied van de soort in het gebied:

  • = behoud;
  • > uitbreiding;
  • = (<) behoud oppervlakte, maar mag achteruit gaan ten gunste van een andere in besluit met name genoemde waarde
niet-broedvogels-kwaliteit-leefgebied

'Instandhoudingsdoel voor kwaliteit leefgebied van de soort in het gebied:

  • = behoud kwaliteit leefgebied;
  • > verbetering kwaliteit leefgebied
niet-broedvogels-relatieve-bijdrage

Betekenis van het gebied, naar omvang populatie van de soort: populatie in het onderhavige gebied uitgedrukt als percentage van de landelijke populatie:

  • A4: >75%;
  • A3: 50-75%;
  • A2: 30-50%;
  • A1: 15-30%;
  • B2: 6-15%;
  • B1: 2-6%;
  • C: <2%
niet-broedvogels-kernopgaven

Zie de: kernopgaven

broedvogels-gebied

Naam van het Vogelrichtlijngebied met een of meerdere instandhoudingsdoelen voor de soort.

broedvogels-provincie

De provincie(s) waarin het gebied ligt, op alfabetische volgorde. Ligt een gebied (deels) op de Noordzee, dan staat ook de Noordzee vermeld.

niet-broedvogels-gebied

Naam van het Vogelrichtlijngebied met een of meerdere instandhoudingsdoelen voor de soort.

niet-broedvogels-provincie

De provincie(s) waarin het gebied ligt, op alfabetische volgorde. Ligt een gebied (deels) op de Noordzee, dan staat ook de Noordzee vermeld.

Terug naar boven