Landelijke doelen VHR-habitattypen en -soorten
Een rijke en veerkrachtige natuur, robuust watersysteem, vitaal platteland, toekomstbestendig klimaat en ruimte voor een duurzame en sterke landbouw. Dat is waar het kabinet naar streeft met het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). In de provincies wordt met belanghebbenden gewerkt aan een aanpak per gebied, waarbij de doelen op het gebied van natuur, stikstof, water, bodem en klimaat gezamenlijk en in samenhang worden aangepakt.
Om het goede gesprek in de provincie te kunnen voeren, is het belangrijk om te weten aan welke natuurdoelen wordt gewerkt. Afspraken over die natuurdoelen staan in de Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen (VHR). Een belangrijke verplichting is dat bijzondere planten, dieren en hun leefomgeving onze bescherming verdienen. Ze moeten kunnen blijven voortbestaan en op termijn een landelijk gunstige staat van instandhouding bereiken.
Gunstige staat van instandhouding
Wat een landelijk gunstige staat van instandhouding inhoudt, is nog niet voor alle soorten en habitattypen vastgesteld. Voor het NPLG is daarom een indicatieve concretisering uitgewerkt voor dit langetermijndoel van de VHR. De indicatieve concretiseringen zijn geen afrekenbare doelen. Ze zijn bedoeld om richting te geven aan de gebiedsprocessen. Het natuurdoel voor 2030 in het NPLG is het overbruggen van 30% van het verschil tussen de huidige staat van instandhouding en een gunstige staat van instandhouding. In de komende periode werkt het Rijk samen met de provincies uit wat deze opgave voor natuurherstel inhoudt en hoe deze ingevuld kan worden.
Lees meer over de indicatieve concretisering landelijke doelen VHR-habitattypen en -soorten.